Selecteer een pagina

Hemisphaeriodon gerrardi

Een eerder door mij gepubliceerd artikel in Het Aquarium, 1987, 57ste jaargang blz. 293.

De Slakkenskink (Hemisphaeriodon vroeger:Tiliqua gerrardi) .

Australië en Nieuw-Zeeland hebben in principe hun grenzen voor de uitvoer van alle planten en dieren, dus ook voor reptielen en amfibieën, gesloten. Slechts met speciale vergunningen, meestal ten gunste van dierentuinen en instituten, worden nog wel eens dieren afgestaan. Vrijwel alle Australische vogels, die in Nederland worden verhandeld, zijn afkomstig van nakweek.
Regelrechte importen betreffen meestal gesmokkelde exemplaren. Voor reptielen en amfibieën ziet het toekomstbeeld er daardoor hetzelfde uit.

Het is bekend dat er in het verleden voor de terrariumliefhebberij bijzonder aantrekkelijke reptielen en amfibieën uit Australië werden geïmporteerd, zoals allerlei varanen, agamen, skinken, kikkers en padden. Al deze dieren zijn nu voor de liefhebberij schaars en daardoor vaak bijzonder prijzig geworden.
Dit laatste betekent voor menig terrariumhouder een extra stimulans om te proberen met dergelijke dieren te kweken om daardoor in de kosten van zijn liefhebberij gedeeltelijk te voorzien. Een diergroep, die zich hiervoor bijzonder goed leent, is die van de blauwtongskinken Tiliqua.
Blauwtongskinken worden zowel in Australië als in Tasmanië, Nieuw-Guinea en de Indonesische Archipel aangetroffen. Ze leven daar in uiteenlopende biotopen, variërend van woestijnachtig steppegebied tot bosachtige streken. Ze zijn betrekkelijk algemeen en vormen zeker geen bedreigde groep. De bekendste soort is de gewone blauwtongskink Tiliqua scincoides. In lengte variëren de soorten van 15 tot 50 cm. Alle soorten hebben een betrekkelijk grote, krachtige kop. Het zijn glad geschubde, vooral dagactieve dieren. Kenmerkend is de blauwe tong die qua kleur sterk afsteekt tegen het roze tot rode mondvlees.
Wanneer de dieren in het nauw gedreven worden, dreigen ze met opengesperde bek en uitgestoken tong.

Tiliqua gerrardi 1

De slakkenskink (Hemisphaeriodon gerrardi) heeft in het jeugdstadium een blauwe tot bijna zwarte tong.

Het zijn typische bodembewoners die een terrarium met ruim grondoppervlak nodig hebben. Dit terrarium kan grof worden ingericht met stronken, stenen en hier en daar wat beplanting. Het is aan te bevelen om door het stapelen van platte stenen schuilplaatsen voor de dieren te creëren waaronder ze zich terug kunnen trekken. De dagtemperatuur mag gemiddeld tussen 25 en 30°C schommelen maar moet onder de stralingswarmtebronnen tot 40 à 42°C kunnen oplopen. Hoewel de meeste soorten uit droge gebieden komen, baden ze toch graag zodat een waterbak zo nu en dan moet worden aangeboden of zelfs permanent aanwezig mag zijn.
Voor wat betreft het voedsel zijn de meeste blauwtongskinken niet moeilijk. De meeste soorten eten graag van zoet fruit, likken van honing of Roosvicee en zijn goed te wennen aan het eten van rauw vlees. In sommige delen van Australië zijn ze zo algemeen dat ze zelfs aanzienlijke schade aanrichten aan moestuinen. Ze zijn namelijk verzot op aardbeien. Grote exemplaren eten graag eendagsmuizen. Zoals bij de meeste skinken, staan ook wormen en slakken op het menu. Wanneer we de dieren regelmatig rauw vlees geven, dan moet dit goed worden vermengd met een kalk-/vitaminepreparaat.
Aangezien blauwtongskinken zonaanbidders zijn, valt te overwegen om ze in de zomer in een buitenterrarium over te brengen, waar ze ongefilterd zonlicht kunnen ontvangen. Dit terrarium kan daartoe worden afgedekt met vliegengaas.
.
Binnen deze groep van de blauwtongskinken neemt de uit Oost Australië afkomstige slakkenskink (Hemisphaeriodon gerrardi) een speciale plaats in. Deze soort heeft nl. slechts in het jeugdstadium een blauwe tot bijna zwarte tong.
Wanneer de dieren ouder worden, na ca. 1 jaar, kleurt deze tong roze. Hoewel de Nederlandse naam van deze soort suggereert dat we met een voedselspecialist te maken hebben, blijkt het dier in gevangenschap toch vrij gemakkelijk aan andere voedselsoorten dan slakken te kunnen wennen. Regenwormen, rauw vlees en soms zelfs insecten worden graag geaccepteerd. Mocht het wennen aan ander voedsel soms problemen geven, dan kan het vermengen ervan met rauw eigeel vaak uitkomst geven. Natuurlijk is het aan te bevelen regelmatig (huisjes) slakken te geven. De slakkenskink heeft sterke keeltanden, net als een karper, waarmee de schalen kunnen worden gekraakt. Fruit accepteert hij meestal niet.

Tiliqua gerrardi 2

Een portret van de slakkenskink, helaas nog geen plaatje van de tong.

De slakkenskink is een sterke hagedis die qua biotoopeisen heel tolerant is. Hoewel hij van nature uit de wat vochtigere wouden afkomstig is en heel goed kan klimmen, gedijt hij ook in een droog terrarium. Alle blauwtongskinken zijn eierlevendbarend. De slakkenskink kan afhankelijk van de grootte, leeftijd en conditie 20 tot 30 jongen werpen, een opmerkelijk groot aantal. De jonge dieren, die ca. 8-12 cm groot zijn, zijn vrijwel zonder uitzondering probleemloos groot te brengen.

Deze pagina moet worden herschreven omdat deze hagedis inmiddels anders is ingedeeld.

Translate »